Ziet de juf haar ook?
Ze staart naar het papier voor zich, als is het een stuk drijfhout in de grote oceaan. Ze ziet er uit alsof ze zich er aan vastklampt. Het meisje zit achter in de klas, recht voor het bord. Wanneer de juf instructie geeft doet zij precies -exact- wat er gevraagd wordt. Eén keer kijkt ze bij anderen of zij doen wat zij denkt dat ze moet doen. Het enige zichtbare moment van aarzeling. Omdat ik dichtbij haar zit zie ik dat ze ook al vooruit denkt. Kennelijk weet ze al wat er gaat komen.
Goed meedoen
Ze doet de hele les goed mee. Ze schrijft keurig, werkt netjes. Ik zie, ter vergelijking, ook hoe andere kinderen werken en schrijven. Ze krijgt een paar keer een beurt, onverwachts. De juf weet dat ik voor dit meisje kom. Het meisje weet dit niet. Die onverwachte beurt….. ik voel en zie de kleine schrik, de kleine aarzeling. Ze geeft antwoord, maar in de spanning van het moment zijn de volzinnen die ze spreekt net niet wat de juf wil horen en verdraait de som in haar mond.
Dan klapt ze dicht
Ziet juf wat ik zie? Vraag ik me af. Weet juf wat ik weet? Kan zij ook voelen dat die onverwachte beurten zoveel spanning oproepen dat dit kinderhoofd door stress dichtklapt? Dat een gevoel van falen dan naar voren komt? Snapt de juf dat op haar vraag het meisje in een split-second beslist te antwoorden met “Ik weet het niet” ,omdat daar mee wegkomen beter voelt dan mogelijk falen voor het oog van de klas.
Gehoorzaam als zijnskenmerk
Wanneer de juf opdracht geeft de sommen te maken heeft het meisje exact zes minuten nodig om alle sommen te maken. Zes… Zonder op of om te kijken pakt ze daarna de ‘uitdagende bladzijde’ voor zich. In vier minuten heeft zij ook die af. Ziet juf dat ook? Juf loopt rondes, loopt langs, geeft complimenten. Ik voel de terughoudendheid bij het meisje. Dit meisje is gehoorzaam, één van de ‘zijnskenmerken’ van begaafde kinderen. Ze zal het de juf niet moeilijk maken, ze zal zich aanpassen. Stil zijn. Maar diep van binnen wil ze gezien en gewaardeerd worden, voor wat ze echt waard is.
Thuis de tranen of de boosheid
Thuis komen de tranen er wel uit, voelt ze zich leeg. Niet zo gek, want wat doe je met de rest van de rekentijd als je werk na tien minuten al af is en de juf denkt te zien dat je niet meer kunt. En andere kinderen nog volop met hun werk bezig zijn.
Bij dit meisje heeft mijn observatie bijgedragen naar anders kijken naar dit meisje. Gesprekken met het meisje, school en ouders hebben geleid tot voldoende werk op haar niveau en leert ze met passende uitdagingen om te gaan.
Maar wat als er geen passend aanbod komt? Wat gebeurt er dan?
Dan zal het zelfvertrouwen steeds verder afnemen. Dan zullen meisjes als uit dit verhaal zichzelf nog meer aanpassen en zichzelf onzichtbaar maken. Totdat niemand meer weet dat zij meer kunnen. Totdat zelfs de meisjes het niet meer weten.
Is dat niet schadelijk dan?
Ja, want meisjes worden groot en worden vrouwen die nog steeds niet goed weten wat ze kunnen.
Passend aanbod nodig!
Uit onderzoek blijkt dat er evenveel begaafde jongens als meisjes zijn. Maar waar jongens gaandeweg in hun gedrag vaak laten merken dat er meer nodig is, de aanpassingen krijgen en hun talent vaker kunnen benutten, gezien worden en als volwassene een goede passende baan krijgen, keren meisjes door diverse oorzaken meer naar binnen. En zo lijkt het dan of er minder begaafde vrouwen zijn.
Herken je dit? Wil je hier ook meer over weten? Zou je ook willen weten hoe je die meisjes het beste kunt begeleiden?